Kinderen en leerkrachten zijn allemaal zenders en ontvangers van boodschappen tijdens de Engelse les. Binnen een gesprek stuurt de zender namelijk een boodschap naar de ontvanger. Maar begrijpt de ontvanger de boodschap wel? In dit artikel bekijken wij hoe begrijpend luisteren in onze doorgaande leerlijn is verwerkt.
Schijf van vijf – Westhoff
Een goede les laat alle vijf de schijven van de ‘Schijf van vijf‘ van Westhoff (2008) aan bod komen. Per schijf geven wij aan hoe wij elke les opnieuw aandacht geven aan begrijpend luisteren in de onderbouw met Kids en in de bovenbouw met Tweens.
Eerste schijf: input
Vergroot de input voor begrijpend luisteren door meer boodschappen naar de ontvangers (leerlingen) te sturen. Houdt daarom doeltaal is voertaal aan in elke les. Bij Kids komt de voornaamste input van de leerkrachten zelf en daarom hebben wij veel input voorgeschreven in de handleiding en kan de leerkracht het digibord gebruiken ter ondersteuning. Bij Tweens krijgen de leerlingen ter voorbereiding op de klassikale lessen veel input in de online leeromgeving door onder andere diverse luisteroefeningen.
Tweede schijf: betekenis geven
Om betekenis te kunnen geven aan de boodschap is het niveau afgestemd op de ontvangers. In de onderbouw geven wij daarom korte, eenvoudige zinnen als input waarbij Total Physical Response (TPR) de betekenis ondersteunt. Zeg bijvoorbeeld ‘Stand up, please’ en ga tegelijkertijd staan. De leerlingen geven op deze wijze eerder betekenis aan datgene wat ze hebben gehoord. In de bovenbouw zal TPR afnemen tijdens de klassikale lessen. Online ondersteunen wij moeilijkere audio’s door videobeelden toe te voegen. Door de beelden bieden wij de leerlingen een context waardoor de boodschap eerder betekenis krijgt.
Schijf drie: taalregels
Tijdens het luisteren naar de boodschap komen veel taalregels voorbij. Juist door te luisteren (en lezen) leren leerlingen taalregels impliciet aan. Herhaal vaak een chunk en de leerlingen nemen de chunk over, zonder expliciete uitleg over de taalregels te hebben gehad. Elk verhaal binnen Kids bevat een chunk die weken achter elkaar gebruikt wordt door de leerkracht en die de leerlingen door te luisteren zelf gaan toepassen. Tijdens de klassikale lessen van Tweens luisteren de leerlingen elke les naar bekende en onbekende chunks tijdens de begeleide inoefening. De aangeboden chunks gebruiken de leerlingen om de opdrachten met goede zinnen te kunnen voltooien.
Chunk = een vaste woordcombinatie, zoals I’m going to … en I would like …
Schijf vier: productief zijn
Spreekvaardigheid is een belangrijke vaardigheid om te laten zien dat leerlingen de taal beheersen. Binnen onze doorlopende leerlijn is spreekvaardigheid (productief zijn) vaak gekoppeld aan luistervaardigheid. In de onderbouw luisteren de leerlingen altijd eerst naar de uitleg van de leerkracht, voordat ze gaan spreken. Daarnaast herhalen de leerlingen vaak de woorden en zinnen van de leerkracht of een klasgenoot. Om dit te kunnen doen, luisteren ze goed naar elkaar. In de bovenbouw zijn veel klassikale lessen zo opgezet dat de ene leerling luistert en de ander spreekt (de rollen wisselen vervolgens om). Door goed naar de ander te luisteren kunnen ze de opdracht voltooien. Daarnaast oefenen de leerlingen het voeren van gesprekken. Tijdens een gesprek is luistervaardigheid net zo belangrijk als spreekvaardigheid. De leerling moet immers adequaat kunnen reageren op de boodschap van de ander.
Schijf vijf: strategisch handelen
Door een woord te omschrijven of relevante andere woorden te benoemen, kan een taalgebrek worden opgevangen. Vanaf Kids leren wij de leerlingen al om te luisteren naar omschrijvingen om zo alsnog de boodschap duidelijk te krijgen. Dit gebeurt spelenderwijs waarbij de flashcards bijvoorbeeld op de grond liggen en de leerkracht beschrijft een afbeelding/woord met korte, simpele zinnen. Vanaf Tweens leren de leerlingen ook het geven van omschrijvingen aan. Opdrachten waarin bepaalde woorden niet mogen worden gebruikt, dwingt de leerling om strategisch te gaan handelen. Een klasgenoot raadt op basis van de omschrijving het verboden woord.
Luister goed
Beknopt hebben wij het oefenen van de luistervaardigheid uitgelicht binnen Kids en Tweens. Luistervaardigheid is een onderdeel van het samenspel tussen de andere vaardigheden om de taal optimaal te kunnen leren. Om de taal binnen te laten is begrijpend luisteren een ‘sleutel’ om de taal uiteindelijk te kunnen gebruiken in gesprekken. Hoe spreekvaardigheid alle schijven van de schijf van vijf aan bod laat komen, leest u in het artikel ‘Praten tijdens de les, het moet!’. Het samenspel van alle vaardigheden is belangrijk, maar af en toe een vaardigheid afzonderlijk bekijken kan voor meer bewustzijn zorgen tijdens het lesgeven.
Listen carefully and have fun!